Kruispunt van culturenNa met een grote boog om Irak te zijn gevlogen, zetten we na een uurtje of zes de landing in. We vliegen boven de Perzische Golf, waaraan enkele schatrijke oliestaatjes grenzen: Koeweit, Qatar, Bahrein en de Verenigde Arabische Emiraten. Wij vliegen naar deze laatste oliestaat, eigenlijk een samensmelting van zeven emiraten, waarvan Abu Dhabi verreweg de grootste is. Wij verblijven in het noordoostelijker gelegen emiraat Dubai. Het duurt even voordat we land in zicht hebben. Maar áls we Dubai dan in zicht hebben, gaat de landing eigenlijk veel te snel. Het nieuwe, prestigieuze zevensterren hotel van Dubai, de Burj-al-Arab, is in de verte duidelijk zichtbaar. Gebouwd op een eilandje vlak voor de kust, hoger dan de Eiffeltoren en steeds met andere kleuren verlicht. Niet te missen dus. Het vliegveld van Dubai ligt midden in de stad. We vliegen laag over en soms zelfs naast de gebouwen. Het is wel een heel mooi gezicht, bijna alles wat verlicht kan worden, wordt verlicht. De stad heeft ?s nachts daarom een goudkleurige gloed over zich. Jammer dat we al zo snel weer aan de grond staan. Omdat Europa veel rijker is dan Afrika, wilde het nog weleens voorkomen dat je Afrikanen sprak die zich een Europa voorstelden met gouden straten en bergen geld. Het paradijs op aarde. Nu gaan we naar een land dat rijker is dan Europa, en waar geld wel het laatste probleem is waar men zich druk om maakt. Internet, reisgidsen en televisie hebben de gekste fantasieën wel uitgesloten, maar toch verwacht ik hier wel overal marmeren vloeren, enorme wolkenkrabbers, superschone straten en snelwegen gevuld met limousines. Ik ben benieuwd hoe zo?n puisant rijke oliestaat er nu echt uitziet. Het vliegveld is luxe en schoon, maar de aankomsthal eigenlijk niet bijzonder. Of zou het komen doordat we hier midden in de nacht nog bijna een uur in de rij moeten staan voor de douane? In deze tijd hebben we wel de gelegenheid om uitgebreid andere mensen te bekijken. Het vliegveld van Dubai is een kruispunt voor Arabieren, Afrikanen, Aziaten, Aussi?s en Europeanen. Met ons spijkerbroekje en overhemdje lopen wij er ongeveer het saaist bij. De tulband van arbeiders uit Pakistan en India zijn dominant aanwezig, maar ook kleurrijke Afrikaanse gewaden lopen tussen de menigte. Wandelende theedoeken ontbreken uiteraard niet, en de Arabieren uit de golfregio slepen daaronder nog best mooie witte gewaden mee. We zijn natuurlijk in islamitistan, dus lopen de vrouwen met hoofddoekjes of burka?s rond. En aangezien Dubai ook een internationaal financieel centrum is, ontbreken strak in pak geklede westerse zakenlieden ook niet. Met uitzondering van de eskimo lijkt het dat alle culturen van de wereld in deze Arabische aankomsthal verenigd zijn. Als we het benodigde stempel eindelijk in ons paspoort hebben staan, kunnen eindelijk richting hotel. Hoewel we midden in een decembernacht zitten, is het nog best warm buiten. Het is rustig en geordend buiten de aankomsthal. Er lopen wat Arabieren in witte gewaden rond en palmbomen en goed onderhouden plantsoenen geven een exotische eerste indruk van de Verenigde Arabische Emiraten. We nemen een taxi naar ons hotel, gelegen buiten Dubai en uiteraard aan zee. We steken vrij snel de creek (inham) over en rijden langs wat wolkenkrabbers. Het verkeer rijdt rustig en gedisciplineerd. Niet te vergelijken met de Arabische rijstijl in Jordanië. Grappig genoeg begint er in de auto iets te klikken als we op de snelweg boven de 120 km/u rijden. En ook hier staan gewoon flitscamera?s langs de snelweg. Als we wat verder van de stad komen, oogt Dubai niet wezenlijk rijker dan Europa. Ook hier gewone huizen langs de weg, alsmede autogarages en andere bedrijfspanden. De Verenigde Arabische Emiraten zijn niet echt reliëfrijk, en zeker de kuststrook is gewoon plat. Aan de horizon blijft daarom de Burj-al-Arab altijd zichtbaar, veranderend in kleur van rood naar geel, naar groen, naar blauw, naar paars? We rijden op de achtbaanssnelweg van Dubai naar Abu Dhabi en na de wolkenkrabbers van Dubai Marina zijn we de stad wel uit. Toch blijft het een extreem brede snelweg. Je moet iets met je geld? Als we rond half drie ?s nachts in het hotel aankomen is het uiteraard rustig. Wel kunnen we nog wat drinken en Arabisch brood eten. Superlekker. Maar dat heb ik altijd in het buitenland: het brood is altijd lekkerder dan die dagelijkse Hollandse sneetjes brood. Of is het toch omdat je het ?buitenlandse? brood bijna nooit eet? Anyway? De volgende dag is een echt zon-zee-strand vakantiedag. In de zomer is het hier bloody hot met maximumtemperaturen boven de 50º C. Nu, in de winter, is het zonnig en tussen de 25 en 30 graden. Ideaal dus. Op het strand lees ik wat over dit land, voetvolleyen we en duiken we uiteraard ook de Perzische Golf in. Dit heet met recht de Golfregio; de golven zijn best krachtig en in no-time hebben we zo?n plankje waarmee je je met de golven mee kunt laten trekken. Dat gaat nog best snel en erg leuk. ?s Middags lopen we wat in de omgeving van het hotel. De directe kuststrook is groen; een oase van met name palmbomen. Er is een bescheiden jachthaventje en daarachter ligt dan al een industrieterrein. Uiteraard voor de olie, maar ook met een peperdure installatie waarmee het zoute zeewater wordt omgetoverd tot drinkwater. Want dit land mag dan omkomen in de olie, water is wel een schaars goed in deze woestijnstaat. In het hotel ontbreekt het ons nergens aan en wie aan zon, zee en strand genoeg heeft voor een geslaagde vakantie, hoeft zo?n hotel ook helemaal niet uit. Ik kijk er echter ook naar uit om wat meer van dit land te zien dan alleen het hotel. We trekken de woestijn in om zandkorrels te bekijken en gaan de stad Dubai in om daar de luxe te aanschouwen. reageren | beoordelen | tell a friend | printen |